Pagschieten, een volkssport

Over de geschiedenis van het paggooien valt weinig met zekerheid te zeggen. Vast staat wel dat het pagschieten werd teruggevonden in het Limburgse Alken. Het “paggen” was verdwenen na de tweede wereldoorlog, maar rond 1980 werd er opnieuw gespeeld aan de visvijver in de Weyerstraat te Alken. Jukskei, dat is de Zuid-Afrikaanse variant en in Herenthout noemen ze het “geitengatten”.

Of het een nog ruimer verspreidingsgebied heeft gekend, is niet geweten. Een mogelijke verklaring die de ronde doet, is dat het spel is ontstaan doordat de boeren de bieten naar een in de grond geslagen staaf of ‘pag’ gooiden. De zo opgetaste bieten werden dan later op de kar geladen. Het woord pag zou dus staan voor het doel en niet voor de werpknots zelf, zoals het tegenwoordig gebruikt wordt.

Er wordt gespeeld tussen twee ploegen. Om beurt mikken de spelers hun grote houten knuppel of pag van op een dikke twaalf meter naar 3 houten paaltjes. Het gaat dus over werpkracht en behendigheid, maar ook over gezelligheid bij pot en pint. De twee ploegen worden bij lot samengesteld: Iedere speler trekt een stokje met onderaan een rood of zwart puntje uit een houten blok met gaatjes, de geit genoemd. Rood begint.  Wie de knots tussen de staken werpt, scoort een pag of dubbeltreffer en dan is het aan de tegenpartij om deze pag af te werpen door te overpaggen en eventueel te over-overpaggen.

Elke week speelde de Alkense Pagclub, weer of geen weer, ook in de sneeuw. Elk jaar op de laatste zondag van juli kozen zij hun koning met een individuele competitie van 10 worpen. Wie de pag op minder dan 20 cm van de middelste paal werpt wint één punt; als de pag tussen de staken steekt wint de speler 2 punten.  Koning zijn is een grote eer, en het kost veel geld aan traktaties.

Elke speler bezit zijn eigen pag, gemaakt van es, beuk, eik of tropisch hardhout. De kop is wat dikker dan de handgreep aan het andere uiteinde. De pag is 60 tot 80 cm lang en weegt 2 tot 3 kg. De driepikkel is gemaakt van hazelnotenhouten paaltjes en steekt ongeveer 2m boven de grond. Er hangt een juten doek over om de pags te poetsen voor het werpen.

Bron: informanten:
Elvira Vanwichelen, Kortenbos
Peter Croes, koning 2002 van de Alkense Pagclub

foto: